Blog

Hoge Raad: geen rechtsherstel voor niet bezwaarmakers

maandag 23 mei 2022
Door Jaap van Ooijen - Fiscaal - jurist

Het is dit jaar al veelvuldig in het nieuws geweest en het houdt de politiek tot op de dag van vandaag  bezig: het arrest van 24 december 2021 van de Hoge Raad der Nederlanden.
 

In die uitspraak heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de in 2017 wijzigingen van de box-3 heffing in strijd zijn met het ongestoord genot van eigendom èn met het discriminatieverbod van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens.

Sinds die uitspraak is het nog steeds niet duidelijk welke belastingplichtigen er wel gecompenseerd gaan worden en welke belastingplichtigen niet. Worden bijvoorbeeld alleen de tijdige bezwaarmakers gecompenseerd of worden alle gedupeerde belastingplichtigen gecompenseerd?
De Advocaat-Generaal van de Hoge Raad heeft als advies bij deze uitspraak gezegd dat hij van mening is dat ook alle niet tijdige bezwaarmakers die hierdoor gedupeerd zijn eveneens voor de jaren 2017 en verder gecompenseerd zouden moeten worden.

Inmiddels heeft een niet tijdige bezwaarmaker, door middel van een ambtshalve verzoek, tot de Hoge Raad geprocedeerd hierover. De Belastingdienst had diens te late bezwaar in de vorm van een ambtshalve verzoek tot herziening van de aan hem opgelegde aanslagen 2017 en 2018 namelijk als niet ontvankelijk verklaard en derhalve niet in behandeling genomen. In die zaak ging het er dus om of er ook compensatie door de Belastingdienst geboden moet worden aan gedupeerde belastingplichtigen die niet tijdig bezwaar hebben gemaakt, maar daartoe een later ambtshalve verzoek tot vermindering hebben ingediend.

De Hoge Raad is van oordeel dat een ambtshalve verzoek tot vermindering in dit geval niet aan de gestelde voorwaarden voldoet. Een van de voorwaarden waar namelijk niet aan voldaan is, is dat de onjuistheid van de opgelegde aanslagen namelijk voortvloeit uit feit dat pas is ontstaan na de opgelegde aanslagen, namelijk pas uit het arrest van de Hoge Raad van 24 december 2021.
Op grond hiervan hoeven volgens de Hoge Raad de niet bezwaarmakers vooralsnog niet gecompenseerd te worden. Het woord is nu aan de politiek: indien de minister van Financiën beslist dat van deze voorwaarde voor de ontvankelijkheid van een ambtshalve verzoek kan worden afgeweken, dan kunnen alle gedupeerde belastingplichtigen alsnog gecompenseerd worden. 

Uiteraard volgen wij de ontwikkelingen op dit gebied en indien nodig zullen wij hierover berichten. Heeft u naar aanleiding hiervan nog vragen? Of heeft u naar aanleiding hiervan ons advies of onze hulp nodig? Voor meer informatie kunt u natuurlijk ook altijd contact met ons opnemen.

Jaap van Ooijen - Fiscaal - jurist

 
Delen op Facebook Delen op Twitter Delen op LinkedIn